Laaggeletterdheid. Het is een onderwerp waar ik mij al veel jaren mee bezighoud. Een groeiende groep Nederlanders heeft grote moeite met lezen, schrijven en rekenen. Vaak hebben zij ook beperkte digitale vaardigheden. Daardoor hebben ze vaker schulden en leven ze in armoede. Ze doen minder mee.

In 2016 onderzocht ik samen met verschillende probleemeigenaren hoe je laaggeletterden in ons land kunt bereiken. In dit geval zzp’ers in de bouw die moeite hebben met lezen en schrijven. Denk aan stukadoors, bouwvakkers en schilders. Boekhouders bleken een goede ‘vindplaats’. Zij hebben regelmatig contact met zzp’ers in de bouw. Ieder jaar moeten ze immers hun cijfers bij hen inleveren. Boekhouders kunnen dus een waardevolle rol spelen bij het vinden van laaggeletterden. Om dat onderwerp te signaleren en bespreekbaar te maken, en laaggeletterden, met aangeleverde tools, ook direct te helpen. Met een praktische training on the job. Hoe schrijf ik een offerte? Hoe schrijf ik teksten voor mijn website? Ondernemersvaardigheden in combinatie met taalvaardigheden.

Het idee strandde. Omdat laaggeletterden dan naar accountants zouden gaan, terwijl andere probleemeigenaren vonden dat ze voor een cursus naar de bieb moesten. Maar naar zo’n hoogdrempelige bieb, nee, daar wil het overgrote deel van alle laaggeletterden juist niet naartoe, bleek uit allerlei rapporten. Aan de andere kant waren bibliotheekmedewerkers niet makkelijk te verleiden om uit de bieb naar die groep zzp’ers te gaan. Er ontstond een impasse waaraan niemand zijn handen durfde te branden. En zo lopen veel goede ideeën voor complexe maatschappelijke vraagstukken vast.

Coach
Vandaar dat mij die rol van coach zo aanspreekt. Als onafhankelijke coach, als verbinder tussen al die deelnemende partijen, kun je misschien projecten wel vlot trekken. Het moet niet gaan om eilandjesbelang, maar om een gemeenschappelijk belang. Als dat er niet is, komt een project met zoveel verschillende spelers nooit van de grond. Ook omdat de context van een probleemvraag te makkelijk wordt vergeten. En daar houd ik mij specifiek mee bezig. Om inzicht te krijgen in de leefwereld van gebruikers, van mensen. Zij zijn tenslotte het onderwerp van die vraag. Je kunt bijvoorbeeld wel nieuwe fietspaden richting stations aanleggen om mensen te motiveren vaker met de trein naar hun werk te gaan. Maar wat als zij bij het station hun fiets al jaren niet kwijt kunnen. Ga je dus eerst goed in de context van mensen verdiepen om te horen welke problemen ze in real life echt ervaren. Krijg inzicht in hun dromen, wensen, angsten, aspiraties en ideeën. En vind zo haakjes om veranderingen in gang te zetten.

Hoe dat gewoonlijk binnen maatschappelijke vraagstukken gaat? Dan krijgen mensen van gemeenten of organisaties een vragenlijstje of enquêteformulier. Maar daarmee krijg je geen antwoord op de vraag achter de vraag. Kiezen voor een andere weg blijkt lastig. Het is voor organisaties lastig om regels en structuren los te laten, en oplossingen te ontwikkelen die echt impact hebben op het leven van mensen.

Voor mij als coach de grootste uitdaging: hoe voorkom ik dat ik vanuit mijn eigen betrokkenheid, niet zelf aan boord van het project stap. Want daar sta ik normaal, tussen de uitvoerende spelers op het veld. Nu observeer ik meer van afstand, vanaf de zijlijn. Ik moet alle spelers ook zo neerzetten dat ze, ieder voor zich en samen, tot het beste resultaat komen. En dan dat schip maar laten gaan. Als een vuurtoren, een baken, richting geven, zonder dat ik op de inhoud zelf te veel mijn stempel druk.

Kabinetsbeleid onvoldoende
Ook wil ik ervoor zorgen dat het project ‘Groei en ontwikkeling van kwetsbare flexwerkers en zzp’ers’ breder gaat leven. Dat heeft nu al relevantie. De SER zei eerder dit jaar dat het kabinetsbeleid onvoldoende was om laaggeletterdheid aan te pakken. Dat gaf dit project een enorm impuls. Ook het rapport van de Commissie Borstlap over de arbeidsmarkt van de toekomst, benadrukt de urgentie om met de oplossingen te komen.

Als dat rapport volgend jaar februari wordt gepubliceerd, kan niettemin ineens politieke gedoe ontstaan en overhaast worden gekozen voor aanpassingen van regels en structuren. We moeten daarom al flink wat fans hebben van dit project. Mensen die ook echte oplossingen willen die verder reiken dan regeltjes fixen en gaan over de doelgroep zelf. Mensen die net als de vier probleemeigenaren aan de slag gaan met de learnings, zodat we een beweging in gang zetten.

De uitkomst van het project, zeker, die is lastig te bepalen. We moeten samen hoe dan ook niet te snel in oplossingen vervallen. Straks bedenken we een strak stappenplan waarmee we geen kant meer uit kunnen, wanneer we misschien naar links of rechts moeten. Misschien is de oplossing wel dat er nog geen oplossing is. We hopen niettemin tot iets concreets te komen. Waardoor dit vraagstuk landelijk meer navolging krijgt en ook andere gemeenten het direct kunnen toepassen.

Ik vind het zelf nog lastig om nu al concreet te maken hoe onmisbaar mijn verbindende rol is als coach binnen dit soort complexe projecten. Het stellen van de juiste vragen, zorgen dat iedereen volop ruimte krijgt, kansen niet over het hoofd zien: het is voor mij vanzelfsprekend, maar o zo hard nodig binnen projecten met verschillende opdrachtnemers en -gevers. Binnen zulke multistakeholderprojecten kan een coach de oplossing zijn. Daarom hoop ik echt dat we binnen Project IDOLS de lijnen voor toekomstige coaches kunnen uitzetten. Waar zit de stress, hoe werken dingen achter de schermen, wanneer moet je wat zeggen of doen. Het zou mooi zijn als er aan het einde een draaiboek voor de coaches ligt.