Dat is eigenlijk een beetje gek, toch. Het idee achter Project IDOLS is dat creatieven niet langer aansluiten bij multistakeholder projecten voor dat spreekwoordelijke kratje bier, maar dat ze als spreekpartner serieus worden genomen. Omdat ze die projecten op een ander spoor kunnen zetten.
Nou blijkt dat wij in het voortraject van ons project een actrice hebben ingeschakeld voor 25 euro per uur.
Wat is dat voor bedrag? Waar komt die prijsafspraak vandaan? Wie is daar verantwoordelijk voor.
Daar moeten we echt mee aan de slag, want dat past natuurlijk geheel niet in de geest van dit project. Gaan we nou eens aan elkaar kratjes bier uitdelen? Zelfs met de beste intenties zijn we onbedoeld in zo’n situatie terecht gekomen. Niemand heeft gezegd dat de actrice voor dat bedrag zou moeten werken. Ik ga uitzoeken hoe dat dan toch is gebeurd. Komt dat door de opzet van het project? Door de vragen die we elkaar stellen? Welke ideeën en overwegingen leiden bij creatieven zelf tot een dergelijk tarief?
Dus learning 1: Werken voor een kratje bier: doen we dat onszelf aan?
Learning 2: Een experiment dat niet mag mislukken?
Een kratje bier krijg ik als coach niet, integendeel, integendeel, ik vraag mij soms af of ik dat uurtarief van 150 euro wel waard ben. Want wat is nou eigenlijk mijn meerwaarde? Ik zit niet aan de ene kant, bij de opdrachtgevers, en behoor niet bij de andere, bij de opdrachtnemers. Ik sta aan de zijlijn toe te kijken hoe die twee het doen. Dat voelt een beetje alsof ik eigenlijk niks doe.
Het was dan ook fijn dat ik tijdens de bijeenkomst met alle coaches eind vorig jaar hoorde dat er meer coaches met die vraag worstelen. De rol van coach is voor iedereen nog vooral zoeken.
Aan de andere kant voel ik toch ook wel druk. Natuurlijk, jaja, project IDOLS is een experiment. Maar intussen rust er wel een enorme verantwoordelijkheid op ons als coaches, waardoor je je misschien een beetje krampachtig gaat gedragen. Stel dat je project niet van de grond komt? Ga je dan niet te geforceerd zoeken naar een manier om de boel alsnog aan de gang te krijgen? Wanneer dat allemaal niet lukt, aan wie ligt dat dan? Was ik dan een slechte coach? Want ja, de kans op mislukken, bestaat altijd.
Learning 3: Complexe vraagstukken hebben ook een langere looptijd nodig.
Een aanbeveling voor een volgende IDOLS-serie heb ik al. Ik vind driekwart jaar voor een project over grote maatschappelijke vraagstukken te kort. Je start met twee consortia van acht partijen en iedereen moet elkaar nog leren kennen. De opstart- en aanloopperiode van een project duurt dan ook lang. Vooral als erbij een of meerdere gemeenten zijn betrokken. Binnen gemeenten verlopen processen nou eenmaal niet zo snel. Checks en balances, democratische structuren en politieke systemen, probeer minimaal anderhalf jaar uit te trekken.
Eerst hebben we gekletst met een soort kwartiermaker van de gemeente. Juist als je met hem of haar een goede band hebt opgebouwd, geeft hij het stokje over aan iemand anders. Dan pas zit je met de eindverantwoordelijke persoon om tafel -een projectleider, die kennelijk pas dan wordt aangewezen- en begin je dus eigenlijk weer opnieuw. Omdat je alles aan hem of haar nog een keertje moet uitleggen en opnieuw vertrouwen moet zien te winnen.
Ik kijk daar dan ook echt naar uit. Dat we in januari eindelijk met de juiste mensen om tafel zitten.
Learning 4: Kan de coach het masseerwerk doen?
Driekwart jaar is te kort, maar ik weet ook, zo’n project hoeft niet voor alle partijen anderhalf jaar te duren. De creatieven worden nu al ongeduldig. Die kunnen niet zo goed tegen al dat vergader en willen gelijk aan de slag. Steeds met twaalf mensen van verschillende organisaties twee uur vergaderen, ik begrijp dat, daar krijg je niet direct inspiratie van.
Misschien moet een coach daarom wel als eerste bij de opdrachtnemers gaan zitten. Om dat geduldige proces te begeleiden. Namens de creatieven het voormasseerwerk doet, waarna die zelf instappen. Een coach is in dienst van de opdrachtgevers, maar misschien zit die dus wel aan de verkeerde kant. Of wellicht moet die meer in het midden gaan zitten.
Opmerkingen