Ik ben er vol in gegaan. Aan de zijlijn blijven staan, is niets voor mij. Er zijn geen richtlijnen voor de coaches opgesteld en dat creëert ruimte om zelf uit te vinden hoe je de projecten kunt laten stromen en de betrokken partijen aan elkaar verbinden. Dat is voor elk project anders.

Zo sta ik in de wedstrijd. Zo snel mogelijk verbinding maken met de partijen. Zonder vertrouwen kan ik niet coachen. Ontstaat geen verbinding en zonder verbinding geen resultaat. Wat zijn de verwachtingen van iedereen? Wie doet wat, en wanneer? En hoe kan ik daarbij helpen? Als je zelf verantwoordelijkheid neemt, als je zelf water draagt, word je sneller onderdeel van het team en raak je sneller thuis in het project.

In een IDOLS*-document stond dat de coaches geen operationele werkzaamheden verrichten. Dat verraste me. Je moet als coach niets vooraf uitsluiten, maar doen wat bij het team en het project past. Je zorgt dat je zo goed mogelijk faciliteert en tegelijkertijd laat je iedereen ervaren waar het schuurt. Dat is voor elk van de twee projecten die ik coach, MONNIE en Kruisbestuivers, heel verschillend. Bovendien, wanneer je als coach zorgt voor een goede ‘hartslag’ van het project, zeg maar de structuur van grote en kleine contactmomenten, ontstaat vanzelf meer tijd en ruimte voor de inhoud en voor elkaar.

Toen ik hoorde over IDOLS* en de functie van coach, maakte mijn hart een grote sprong. Plannen en conceptueel denken, verstand van marketing en juridische zaken, innovatie en doorbreken van patronen: alles zit erin. Ook handig: een projectmatige, creatieve en coaching achtergrond, en kennis van het bedrijfsleven. Als coach dien je te beschikken over een flinke bagage en een veelzijdig profiel.

Als coach dien je te beschikken over een flinke bagage en een veelzijdig profiel.

Ik ben coach voor twee projecten. Voor de een ben ik gevraagd, voor de ander ben ik op sollicitatiegesprek geweest. Tijdens de eerste gesprekken ben ik al onmiddellijk aan de slag gegaan. Met het verhelderen van de doelstellingen en ja, hoe zit iedereen in het team. Wie ben je en wat drijft je om je in te zetten voor dit project? Zo begin ik altijd, met verbinding. Tijdens de introductie vraag ik bijvoorbeeld iedereen om drie woorden te kiezen, die op hem of haar van toepassing zijn, hun Kerncode ©, waardoor je elkaar snel een beetje leert kennen.

In de aanloopfase bleek een van de projectteams pas vier dagen voor de deadline voor het inleveren van het projectvoorstel compleet. Er ontstond direct co-creatie. Iedereen werkte tegelijk aan hetzelfde document op Google Docs. Zinnen vormden zich onder je ogen en vraagtekens kregen direct antwoord. Dat was mooi.

Bij een van de projecten hebben we ervoor gekozen geen projectmanager te benoemen. We hebben zes doelstellingen opgesteld en die vormen de ruggengraat van het project. Elke doelstelling heeft een eigenaar met een teamlid voor support. Zo krijg je een ‘zelfsturend team’. Het is de vraag of dit een werkbare vorm blijft. Vanuit de probleemeigenaren bestaat ook een wens dat er een persoon in control is.

Sommige patronen die ik van tevoren had verwacht bij de probleemeigenaren, kwam ik juist tegen bij het creatieve consortium en andersom.

In beide projecten kijk ik vooral naar hoe de partijen elkaar betrekken en op de hoogte houden. Sommige patronen die ik van tevoren had verwacht bij de probleemeigenaren, kwam ik juist tegen bij het creatieve consortium en andersom. Zo hecht een aantal van de creatieve partijen aan duidelijkheid en structuur. Te veel ruis komt te dichtbij en leidt af. Ze zijn kritisch op hun uren. Vooral als het niet bijdraagt aan productie. Dat geeft focus die respect afdwingt en extra aandacht vraagt van de andere partijen.

Ik hoop echt dat alle kennis die we als coaches opdoen eindigt in een document. Met punten die je in die rol kunt verwachten, vooraf en tijdens het project. Van territoriumstrijd tot het opbouwen aan vertrouwen. Het smaakt nu al naar meer.